Intelligent leven in het heelal

Prof. dr. P.C. van der Kruit

Kapteyn Astronomical Institute,University of Groningen

 

Samenvatting`;

`Sometimes I think we’re alone; sometimes I think we’re not.
In either case, the thought is staggering.’
Arthur C. Clarke (1917–2008)

De vraag of wij alleen zijn in het heelal wordt vaak beantwoord door te stellen dat het enorme aantal sterren in het heelal het onvermijdelijk maakt, dat leven –ook intelligent leven met een technologische beschaving– overvloedig voorkomt. Er is sinds de jaren zestig een sterke lobby om de Search for Extraterrestrial Intelligence SETI op grote schaal aan te pakken, met name door met radioteleskopen te zoeken naar signalen van technologische beschavingen uit het heelal. Inderdaad zijn er argumenten die doen vermoeden dat ontstaan van primitief leven zeer frequent zou moeten voorkomen in het heelal en dat wat dat betreft de aarde –in overeenstemming met het Copernicaans kosmologisch principe– geen uitzonderlijke positie inneemt. Dan zal intelligent leven onvermijdelijk door biologische evolutie volgen op het ontstaan van primitief leven: `crowded skies’ dus.
Aan de andere kant staat de Fermi-Hart paradox, die zegt dat het feit dat we geen enkele indicatie hebben voor het bestaan van buitenaards intelligent leven, wel moet betekenen dat zulk leven uiterst zeldzaam is en wij misschien zelfs uniek zijn: `lonely planet’. Deze paradox leidt tot het vermoeden dat de omstandigheden op aarde in alle opzichten juist zo zijn geweest –in overeenstemming met het antropisch kosmologisch principe–, dat onze planeet in een unieke positie was, waardoor een zeldzame evolutie van primitief leven naar zeer complexe vormen van leven en uiteindelijk een technologische beschaving kon plaatsvinden. De `rare earth’ hypothese is een prominent voorbeeld van deze gedachte.

Dit betekent, dat als het ontstaan van leven in feite onvermijdelijk is als
er een geschikte planeet ontstaat, dat vervolgens de evolutie tot complexe vormen en intelligent leven met een technologische beschaving uiterst onwaarschijnlijk moet zijn. De vraag is dan, wat er zo uniek is aan de aarde en ons planetenstelsel.
Daartoe zullen de eigenschappen van de zon en de architectuur van bekende
planetenstelsels worden bekeken, de theorieën van de vorming van planetenstelsel worden toegelicht, en effecten van de storingen van de aardbaan en van de aanwezigheid van de maan op de lange-termijn variaties van het klimaat (zoals de Milankovitch cycli, die verantwoordelijk worden geacht voor de ijstijden) onder de loep genomen worden.
De conclusie zal zijn, dat primitief leven in het heelal waarschijnlijk wel veelvuldig zal voorkomen, maar dat intelligent leven zoals we dat op aarde kennen uiterst schaars zal zijn gezien de unieke en ongebruikelijke eigenschappen van ons planetenstelsel.